Deze vijf stappen helpen om leiding te geven aan een uitdagend teamlid

(en ja, ze zijn confronterend voor jou als leider)

Ken je die teamleden die keer op keer een pain in the ass zijn (kan ik dat zo zeggen haha?). Van die teamleden waarvan je van tevoren al weet: die gaan weer een heel drama maken van een simpele mededeling. Zo’n collega waarvan je de nacht van tevoren wakker kan liggen, omdat je zo kan voorspellen dat ze je niet serieus neemt of in de weerstand gaat bij het communiceren van een verandering bijvoorbeeld. Ze daagt je uit in je leiderschap. 

Als je al langere tijd met deze collega samenwerkt, kan het zijn dat je bepaalde gedachten/overtuigingen opbouwt rondom deze collega, zoals: “Ze zal wel weer commentaar hebben op dit voorstel” of “Ze neemt me toch niet serieus”

Hoe ga je daar nu mee om? Deze methode helpt je hierbij:

STAP 1. Onderzoek de overtuiging.
Probeer de overtuiging of gedachte die je bij een bepaalde collega hebt zo concreet mogelijk te vangen. Wat is de gedachte die je (stiekem) telkens hebt als het deze collega betreft.

Ik doe de oefening gelijk met jullie mee, a.h.v. een voorbeeld uit mijn eigen leiderschapspraktijk: “Ze zal wel weer een terloopse opmerking naar mij maken over de reistijd”

STAP 2.
Deze gedachten/overtuigingen die ontstaan rondom deze collega, zijn meestal niet helpend in het grotere geheel en de missie waar je samen aan wilt bouwen in het team. Een manier om even uit die primaire emotie te komen, zijn de vier vragen van Byron Katie. 

Byron Katie is beroemd geworden vanwege de kracht van deze vier vragen om je te helpen omdenken in lastige situaties. Je pakt de betreffende gedachten over een collega. En je stelt de volgende vragen aan jezelf:

1. Is het waar?
2. Kun je absoluut zeker zijn dat dit waar is?
3. Hoe reageer je/wat gebeurt er als je die gedachte gelooft?
3. Wie zou je zijn/wat zou er mogelijk worden zonder deze gedachten?

Voorbeeld:
1. Is het waar?
Ze doet het wel vaak.
2. Kun je absoluut zeker zijn dat dit waar is?
Nee, dat niet.
3. Hoe reageer je/wat gebeurt er als je die gedachte gelooft?
Dan raak ik geïrriteerd en zit ik er op te wachten tot die komt OF ga ik mezelf al indekken van tevoren, zodat ze die opmerking niet meer maakt. 
3. Wie zou je zijn/wat zou er mogelijk worden zonder deze gedachten?
Dan zou ik meer open minded zijn richting deze collega en steviger overkomen in mijn communicatie (want het van tevoren indekken zwakt mijn communicatie af),

STAP 3. Keer het om.
Als je je gedachte(n) onder de loep hebt genomen, is het tijd voor stap 3. Het omkeren van de gedachte.

Byron Katie zegt het volgende: Elke omkering is een kans om het tegenovergestelde van wat je oorspronkelijk geloofde te ervaren.

Er zijn drie manieren om de opmerking om te keren:
> Omkeren naar het zelf
> Omkeren naar de ander
> Omkeren naar het tegenovergestelde.

In mijn geval, keer ik de gedachte: ““Ze zal wel weer een terloopse opmerking naar mij maken over de reistijd” om naar:

1. “Ik zal me wel weer zorgen maken of dit niet te veel reistijd vraagt van mijn teamlid”
2. “Ik zal wel weer een terloopse opmerking naar haar maken over de reistijd”
3. “Ze zal wel heel relaxed reageren op de reistijd”

STAP 4.
Nu is het de kunst om deze omkeringen echt binnen te laten komen. Om ze te laten resoneren in je gedachten en te onderzoeken wat dit bij je losmaakt.

Doe dit per omkering. Neem de tijd om jezelf af te vragen: stel dat dit waar zou zijn? Hoe is dat? Wat doet dat met me? Welke gedachten en gevoelens heb ik daarbij? Hoe zou dit de situatie veranderen?

Om het praktisch te maken: schrijf drie argumenten per omkering die voor jou kloppend voelen.

STAP 5.
Wat heb je hier nu aan? Het zorgt ervoor dat je open minded blijft als leider. Wat ik ontdekte? Dat de gedachten die ik vaak heb over een teamlid, een projectie is. Een projectie van mijn eigen angst of een projectie van een ontwikkelpunt.

Conclusie voorbeeld:
Ik ontdekte door deze oefening, dat ik eigenlijk zelf vind dat ik niet meer dan X reistijd kan verwachten van mijn teamleden voor een intervisie of overleg. Dat maakte dat de opmerking van deze betreffende collega mij zo raakte.

En dat brengt me bij de laatste stap:

STAP 5.
Bij stap 5 maak je de zin af: “Ik ben ertoe bereid…” en “Ik kijk er naar uit…”

In mijn voorbeeld:
Ik ben ertoe bereid om een vergoeding te geven voor het reizen.
Ik kijk er naar uit dat dit meer rust gaat geven en het ook voor mijn teamlid meer kloppend voelt om te reizen voor de intervisie.

Deze methode “The Work” van Byron Katie heeft mij enorm geholpen om breder te denken en het inzicht gegeven dat een ogenschijnlijk irritante opmerkingen of gedrag van een collega mij vaak juist heel veel kan leren over mijn eigen leiderschap.