Rond mijn 20e levensjaar kickte de lading van het woord moeten in. Opeens realiseerde ik me hoeveel hardheid en stress er achter schuilt. Vanaf dat moment viel het me op hoe vaak we het gebruiken. Ik wilde dit woord per direct uit mijn vocabulaire wissen. Vijftien jaar later ontglipt het m-woord me nog steeds regelmatig. Terwijl mijn verlangen naar minder moeten zo sterk is. Waarom is het dan zo lastig?
Herken je dat ook? Je verlangen is heel sterk en toch lukt het maar niet je gedrag en taalgebruik hierop aan te passen. Dit kan gaan over persoonlijke verlangens, maar ook voor het team, de school en het onderwijs. Je verlangt er naar niet opgeslokt te worden door de waan van de dag. Zo wil je bijvoorbeeld ruimte maken voor een persoonlijk gesprek met die ene leerkracht of het opdoen van inspiratie voor het schoolplan. Je intenties voelen zuiver, waardoor het extra frustreert als het niet lukt. Je spreekt jezelf streng toe voor de steken die je laat vallen. Juist in je rol als leidinggevende. Want waar je voor staat, dat wil je ook uitdagen. Deze frustratie komt het werkplezier niet ten goede.
Op dat punt gaat jezelf vergeven helpen. Het vergeven van jezelf staat voor mij gelijk aan waarderen. Het op waarde schatten van je huidige gedragingen. Begrip tonen voor waar je vandaan komt. Je ervan bewust zijn dat jouw individuele gedrag verbonden is met het collectief. Dat je invloed beperkt is. Vergeven betekent jezelf de tijd gunnen om patronen beetje bij beetje los te laten. Individuele ontwikkeling is niet alleen afhankelijk van je eigen inzet, maar deinst mee op het collectieve proces.
In de ontwikkeling naar onze verlangens toe gaan we verschillende fases door. Geïnspireerd op Maslow (1954) heb ik vier fasen uiteen gesplitst:
In die verschillende fases, ontwikkelen je taalgebruik en gedragingen mee. In deze context denk ik vaak aan het onderzoek van Mehrabian & Ferris (1967). Hierin benoemen zij dat 7% van onze communicatie bestaat uit de woorden. De overige 93% bestaat uit intonatie en onze lichaamstaal. Je kent het waarschijnlijk wel; iemand die zijn woorden zorgvuldig kiest en toch geloof je er helemaal niks van.
Het bracht me bij het inzicht dat je woorden pas écht integer en authentiek overbrengt als je ze ‘onbewust bekwaam’ (fase 4) uitspreekt. Als je onbewust jouw verlangen leeft, staan je woorden in directe verbinding met elke cel in je lichaam, elke klank in je stembanden en met elk spiertje in je gezicht. De ontwikkeling die je doormaakt richting ‘onbewust bekwaam’, zit misschien wel voor 93% in diepgewortelde patronen in jezelf en de maatschappij. Patronen die onderdeel van je zijn geworden door een complexe combinatie aan nature en nurture. Grote kans dat de collectieve patronen zo diepgeworteld zijn, dat ik mijn verlangen naar het schrappen van het woord moeten uit onze vocabulaire nooit ga meemaken.
Zodra je het principe van vergeven in je leidinggevende rol voorleeft, geef je anderen – bewust of onbewust – de toestemming hetzelfde te doen. Denk aan momenten waarop je jezelf vergeeft voor de communicatie richting ouders die je nog niet hebt ingericht zoals je zou willen. Of een dag waarop er chaos en onrust is binnen het team of in de klassen. Sta jezelf toe om ‘fouten’ te maken gun jezelf ontwikkeltijd. Op die manier creëer je diezelfde ruimte voor anderen. Ruimte om te waarderen en begrip te tonen voor waar je als individu, team, school en maatschappij staat. Het proces richting de situatie waar je naar verlangt, wordt hierdoor een stuk zachter en meer ontspannen. Het gaat zo snel als dat het gaat. En daar moeten (oh nee, mogen) we onszelf voor vergeven.
Optionele oefening (bijvoorbeeld als start van een teamvergadering of studiedag):
Et voilà: voeding voor waarderend leiderschap!
Uitschrijven kan op elk moment.